In Microcosm - a danced conversation trotseren schrijvers Arnon Grunberg en Charlotte Van den Broeck hun dansschaamte. „Diep van binnen wil het publiek dat de performers op het toneel doodgaan.”
Een ongeschreven wet in het theater luidt dat kinderen en dieren taboe zijn op het toneel. Hun aanwezigheid zou te veel afleiden. Toch zijn er talloze voorbeelden waarin met die wetmatigheid is gespot, met als meest radicale ‘overtreding’ waarschijnlijk de voorstelling Going to the dogs uit 1986 van Wim T. Schippers, gespeeld door een cast van zes herdershonden.
Wat doe je met schrijvers die niet voordragen uit eigen werk, maar nota bene willen dansen? Choreografe Nicole Beutler voelde de nodige scepsis toen de schrijvers Arnon Grunberg (50) en Charlotte Van den Broeck (30) bij haar aanklopten voor een dansproject.
Het idee kwam voort uit de briefwisseling die de twee auteurs begonnen waren na de Frankfurter Buchmesse van 2016 waar Nederland en België speerpunt waren. Daar hadden zij tijdens de openingsceremonie een gezamenlijk optreden verzorgd.
„Een groot moment dat wij samen hebben gedeeld”, zegt Van den Broeck. Grunberg opperde in hun correspondentie dat zij iets zouden moeten doen wat nog griezeliger was, maar dan in het theater, iets waarvoor zij zich eigenlijk schamen. Dansen, schreef Van den Broeck terug. „Dansen. Als woordloos lichaam worden bekeken. Dat vervult mij met schaamte.”