Nicole Beutler op het Debat van de Nederlandse Dans

Toespraak Nicole op de Nederlandse Dansdagen 2025

Over de toekomst, de hoop en het Symbioceen

De jaarlijkse Nederlandse Dansdagen zijn van start. Nicole Beutler was uitgenodigd om te spreken tijdens het Debat van de Nederlandse Dans afgelopen vrijdagmiddag 3 oktober. Vanuit de prachtige Sint-Janskerk hield Nicole het volgende pleidooi voor de toekomst, de hoop en het Symbioceen:

 

Ten eerste: dank dat ik hier mag staan. 
Dank aan Lene en Stacz voor de uitnodiging.
Dank, jullie, voor het luisteren.
 

Er bestaat een foto van mij, vijf jaar oud, in een witte tutu met een bloemenmandje in mijn hand; ik dans ballet op een dakterras in Istanbul met uitzicht over de Bosporus, de waterweg tussen Europa en Azië. 

Dat Istanbul heel dichtbij Oekraïne en de Krim was, wist ik toen nog niet - en zeker niet wat dat vandaag betekent; dat ik choreograaf zou worden en dat ik hier vandaag zou spreken, ook dat kon niemand zich toen nog voorstellen.

De toekomst ligt nog open - en dat is onze kans. 

Ik werk altijd in een team, maar nu sta en spreek ik hier als mezelf: Ik ben een witte vrouw, moeder van één dochter, al 56 jaar op aarde, geboren in Duitsland, opgegroeid in München en Istanbul. Al meer dan 30 jaar woon en werk ik in Amsterdam en maak ik deel uit van de experimentele vleugel van het Nederlandse dansveld. 

Na al die jaren blijft mijn kunstpraktijk spannend omdat ik niets als vanzelfsprekend zie en steeds opnieuw naar de noodzaak zoek; omdat er altijd iets is, wat ik nog níet weet; omdat ik continu blijf leren en altijd de grenzen van de dans aftast, in een voortdurende poging om een zenuw te raken – what is at stake.

Een klasgenoot van de SNDO - AHK - zei tijdens onze studie: “We are world filters”, alles wat er in de wereld gebeurt, gebeurt ook in ons; want onze cellen, lichamen, hersenen zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.

In een tijd waarin de waanzin om ons heen steeds vanzelfsprekender lijkt te worden, waarin onze normen en waarden constant op de proef gesteld worden, ben ik ontzettend dankbaar dat ik überhaupt kunst mág maken; dat ik hier over kunst mág spreken; dat ik met ongelofelijk oprechte, getalenteerde mensen mag samenwerken, vóór en achter het toneel; dat we het warm hebben, dat we genoeg te eten hebben, gezond zijn, dat mijn familie gezond is, dat jullie hier zitten, omdat jullie van hetzelfde houden als ik. 
 

Wij zijn allemaal art workers, hard workers. We zetten ons, allemaal, met veel tijd en liefde ervoor in, dat mensen geraakt worden, verrast, uit de comfortzone getrokken, soms verdwaald, klauterend, altijd dansend, in werelden, die - als het raak is - ons helpen iets over elkaar én over onszelf te begrijpen; die ons uitdagen, ergeren wellicht, en ons soms juist daardoor in beweging brengen; die ons herinneren, dat we één zijn; één soort: Homo Sapiens, 8,2 biljoen mensen

- en iedereen bekijkt de wereld alleen vanuit zijn eigen oogholtes.

Hoe bouwen we dan samen de weg naar de toekomst? 

En altijd komt ook de vraag op: waarom dans? Moeten we niet iets anders doen, de politiek in, de straat op, direct engageren waar het nodig is? Kunnen we de wereld beter maken met de kracht van dans? Ik denk dat dat wel kan. Omdat wij allemaal met mensen werken, omdat wij onze lichaam en ziel in de strijd gooien om elkaar aan onze gedeelde menselijkheid te herinneren. Omdat we elkaar aan de kracht van het lichaam herinneren, being-with trainen.

Er is nood aan verhalen voor de toekomst. Alleen als we de angstbeelden en doomscenario’s verdrijven door er krachtige dromen tegenover te zetten, dan voelen we agency. Ons brein wordt aangestuurd door beelden. We hebben constructieve, hoopvolle verbeelding nodig. Rebecca Solnit schreef in haar boek Hope in the dark in 2004: “Go into the dark with your eyes open.” 
 

We leven in een welvarend land met subsidies voor de kunsten - in veel andere landen op aarde is dit systeem onvoorstelbaar - natuurlijk moeten we ook hier altijd blijven vechten voor erkenning én een stabielere basis. Maar het wordt ook steeds duidelijker dat de welvaart van Nederland een consequentie is van honderden jaren uitbuiting en kolonialisme; van een diepgeworteld eurocentrisme; van de ongelijkheid die is ontstaan tussen the global north and the global south; gelukkig en eindelijk worden deze intergenerationele ‘erfenissen’ in de afgelopen jaren steeds meer onderdeel van onze gedeelde bewustwording. Want de erkenning van deze ongelijkheid is nodig om samen een nieuwe balans te vinden. We zijn hetzelfde, maar we hebben niet dezelfde geschiedenis.
 

Het mooie is: de Nederlandse mentaliteit draait niet alleen om handel, water en land, maar wordt ook gedreven door: creativiteit, kruisbestuiving, interdisciplinariteit, out-of-the-box-denken, en het vermogen om snel te innoveren!  Juist in deze lichtvoetige bewegelijkheid ligt de kans. 

Laten we samen vooruitgaan, naar nieuwe, RECHTVAARDIGERE TERRITORIA. 

Ik denk dat het kan. 
 

Inheemse stemmen herinneren ons eraan dat we in verbinding staan met alles wat leeft. Dat we deel uitmaken van een gemeenschap en daarin een functie hebben. Dat het er niet om gaat wie we zijn maar wat we doen voor de gemeenschap. En tegelijkertijd dat we ruimte maken voor het mysterie, voor het intuïtieve, het lied van het hart en voor onze dromen. Allemaal waarden die in onze ‘verlichte’, individualistische wereld geen rol lijken te spelen.

Dans kan ons herinneren.

Ik hou van dans.
Dans is de basis.
Dans is de hartslag, levensenergie 
Dans is wat ons verbindt.

Dans nodigt uit om te zijn, te voelen en te weten.
Zonder woorden. (Soms mét woorden).
Omdat we allemaal een lichaam hebben.

We ademen, we proberen dingen uit, voelen vreugde, verdriet en woede.
Woede over de toestand van de wereld. Over de pijn en het lijden dat heerst.
Woede over de angst en machteloosheid die we voelen wanneer we geconfronteerd worden met dit geweld. Want we zijn de aarde.

Ik ben jou. Jij bent mij.
My breath is your breath.
 

Kunnen we samen een gezondere toekomst bouwen? In het dansveld, op aarde? Een toekomst waar ook de minder luide stemmen gehoord worden? Omdat we radicaal luisteren? Luisteren naar de ander, die altijd vanuit een ander perspectief spreekt, een perspectief dat we misschien niet direct begrijpen, dat ons soms uitdaagt, uit de comfortzone trekt? Zodat we van elkaar te leren, veranderen en allebei groeien? Two-Way-Learning

Laten we verschillend zijn - anders zou het zo verschrikkelijk saai zijn om op deze planeet rond te lopen.  Laat ons onze verschillen vieren, omdat dat is wat ons verbindt.

Laten we - van welke afkomst, leeftijd, gender, kleur dan ook - samen dansen en opstaan voor gezamenlijke waardes.  

En: “Who is the most important person in my life? The most important person is always the person who is right before you”, schreef Leo Tolstoy.

Laten we werken vanuit ons hart, vanuit liefde, en minder vanuit ons hoofd. 

Laten we samen dromen, zonder disciplines, schotten, grenzen, zonder natiestaten. Als homo sapiens. De wijze mens. 

Laten we symbiotisch denken - ook met de niet-menselijke wereld.

Het tijd voor het SYMBIOCEEN.


Mag ik dromen? In mijn ideale wereld zou alles langzamer gaan. We zouden meer in ritmes leven, seizoenen en menstruatiecycli. We zouden ons minder versplinteren, meer in gemeenschap leven.

Ik droom van een toekomst waarin verschillen rijkdom betekenen, waarin de angst voor schaarste verdrongen wordt door de wens te delen en te zorgen voor elkaar; ook voor hen, die op het eerste gezicht anders lijken.

Ik stel me voor dat we meer waarde hechten aan oudere, ervaren mensen uit het vak. Als coaches, als wijze grandmothers or grandfathers.


En nu concreet:

Dans- en theatervoorstellingen zouden tenminste drie dagen of beter één hele week op één plek spelen, zodat we in die paar gekozen steden écht publiek kunnen opbouwen en zodat de PR-medewerkers, productieleiders en technici niet burnt out raken. Minder verplaatsing, meer verlangzaming en verdieping van lokale relaties.

In elke provincie zouden gebouwen staan die zich vol overtuiging HUIS VOOR DANS, MIME, LIVE ART & MUZIEK noemen, met een stabiele basis. Emerging, mid-career makers én oudgedienden werken samen en inspireren elkaar, er is ruimte voor reflectie, experiment en groei, er zijn lessen, bibliotheken en biologische restaurants. Natuurlijk zijn er al gebouwen en organisaties die diezelfde visie nastreven, BAU, Theater Utrecht etc, maar ik pleit voor een overkoepelend, structureel plan. Zodat de organisaties zich kunnen ontwikkelen en groeien en zo een magnetische, attractieve uitstraling krijgen, voor kunstenaars én publiek.

Ik droom van een kleurrijk publiek dat in die huizen samenkomt, omdat ze zien, voelen en weten dat nu meer dan ooit ons lichaam op het spel staat. In een tijd waarin AI steeds meer creativiteit imiteert, is het ons fysieke lichaam én ons brein, én ons vermogen om lief te hebben, dat ons uniek maakt. AI kan niet ademen, voelen, resoneren, vibreren, en niet werkelijk out-of-the-box denken. Onze creativiteit is onze kracht - en dans en live art ís de toekomst!

Ik droom ervan dat kinderen van alle kleuren dansen op de dakterrassen van die gebouwen, uitkijkend over groene, begroeide daken; vol nieuwsgierigheid en vertrouwen in hun toekomst.

En in de woorden van Patti Smith: “Yet I still keep thinking that something wonderful is about to happen. Maybe tomorrow.”