uit: Trouw, door Sander Hiskemuller
17 juni 2013
Nicole Beutler spreekt graag van 'Gesamtkunstwerken' als zij het over haar werk heeft. Alle ingrediënten die de choreografe tot haar beschikking heeft, vervlecht ze tot een intelligent bouwwerk van zintuiglijke ervaring. Voor het dansconcert 'Shirokuro' ging zij met lichtontwerper Jean Kalman en pianiste Tomoko Mukaiyama een samenwerking aan. Door te kiezen voor die laatste heeft Beutler het voor zichzelf in zekere zin iets gemakkelijker gemaakt dan in eerder werk. Want Mukaiyama, in de dans onder andere bekend door haar werk met Jirí Kylián, ís reeds een en al beweging. Sterker nog: Mukaiyama's uitvoering van de zesde pianosonate van de Russische componiste Galina Oestvolskaja (1919-2006) in 'Shirokuro' is een explosie van expressie.
Het podium is in het duister gehuld, een vleugel staat in het midden. Tomoko Mukaiyama lijkt een spin zoals ze in het schemerduister de vloer op tijgert, slechts verlicht door een aantal her en der verspreide tl-buizen. In dat diffuse licht en met haar lange zwarte pruik lijkt ze op een geestverschijning uit een Japanse horrorfilm, angstaanjagend en op een vreemde manier opwindend. Als ze gaat zitten aan de vleugel doet ze dat met haar ontblote rug naar ons toe, in fel tegenlicht waardoor we alleen haar contouren zien. En dan begint ze dat krankzinnig radicale werk van Oestvolskaja te spelen, dat bestaat uit snoeiharde en massieve klankclusters die zich maar blijven herhalen. Oestvolskaja werd door Elmer Schönberger 'de vrouw met de hamer' genoemd en ook zien we duidelijk de woorden van Reinbert de Leeuw terug, die hij als een van de meest vooraanstaande vertolkers van Oestvolskaja's muziek eens uitte: "De muziek van Oestvolskaja vraagt een intensiteit die je fysiek haast niet op kunt brengen."
Wat héét: Mukaiyama gooit haar hele lichaam in het pianospel, hamert met knuisten op de toetsen, alsof ze door de duvel op de hielen wordt gezeten. Maar na verloop van tijd, als prachtig muzikaal en theatraal tegenwicht, maken de woeste noten plaats voor romantische muziek van Robert Schumann. Bijna etherisch in lyrische luister - een groter contrast is niet denkbaar.
En ook een soort antithese van Mukaiyama zelf voltrekt zich op toneel, in de persoon van Mitchell Lee van Rooij, ex-danser van Scapino Ballet Rotterdam, die in zijn witte bloes wel iets wegheeft van een dwaallicht op het water. Langzaam worden zijn bewegingen sterker en molenwiekt hij de ruimte in, alsof hij Mukaiyama's pianospel in zich probeert op te zuigen.
Als Mukaiyama zich van de piano losmaakt en met Lee van Rooij ten slotte in een duet samenkomt, is dit koppel het yin-yangteken dat vlees wordt, licht en donker als elkaars onmisbare tegenpolen.
'Shirokuro' betekent 'wit en zwart' in het Japans. De allergrootste tegenstellingen die je kunt hebben in het leven, worden in 'Shirokuro' vol spirituele verwijzingen centraal gesteld. De belichting van Jean Kalman, bekend door zijn samenwerking met operaregisseur en Holland Festivaldirecteur Pierre Audi, volgt een pad dat eveneens is geplaveid met extremen. Van de duistere nacht gaan we naar een gouden ochtendgloren, vaag wordt helder. En met elke wisseling is het podium weer in een ander mysterieus landschap omgetoverd, met als apotheose een asregen van zwarte snippers en een, letterlijk, overweldigend toneelbeeld als finale. Deze beelden zijn ronduit schitterend, maar misschien net iets té esthetisch, afgezet tegen de oerschreeuw die uit Oestvolskaja's muziek opstijgt en de intuïtieve 'flow' in Lee van Rooijs dans.
Ondanks dat kleine minpunt beleef je 'Shirokuro' als een heftige liefdesaffaire waarin de partners muziek, dans en vormgeving elkaar tot extremen drijven, en daarin iets moois ontstaat. Soms liefdevol, soms kinky, fel en dan weer zacht. Voor wie dat klinkt als een ideale relatie, is 'Shirokuro' een ideale voorstelling.