uit: Theaterkrant, door Wendy Lubberding
9 november 2018
"We zijn op een bepaalde manier als geslagen kinderen, allemaal. We verstoppen ons niet langer samen achter fatsoen en conventies maar zijn, ieder voor zich, altijd geharnast. Niet alleen voor wat ons wordt getoond in de kunst. Het zit in onze hele cultuur: we moeten zeggen wat ons voor de kop komt, anders zijn we niet eerlijk. En dat is waarom dit stuk, Liefdesverklaring (voor altijd) raakt. Het is een statement van liefde dat via taal, toon en lichaam ook vraagt wat we eigenlijk hebben bereikt sinds radicale openheid het credo werd."
"Op het toneel staan Cas Enklaar, René van ’t Hoff, Marien Jongewaard en Maureen Teeuwen*: vier lichamen die die vijftig jaar recht-voor-z’n-raapheid hebben doorstaan. En vier spelers die een flink deel van de geschiedenis van het theater in dit land belichamen. Ze staan in pak, theaterkostuum of halfnaakt voor een dun doek in een ongenadig licht en krabbelen met vastberaden lieve woorden van Magne van den Berg en een zachtmoedige, aardse lichamelijkheid van Nicole Beutler aan het pantser van hun publiek. Het komt aan tussen je schildplaten, als iemand je in je ogen kijkt en zegt in zijn leven niet zonder jou te kunnen. Want als er niemand kijkt, wordt er niet gespeeld."
"In een tijd die van iedereen vraagt om zich maar te wapenen boezemt het vermogen te ontwapenen ontzag in. Geen klap? Het is ontregelend."
"Zo is de ode aan de kijker ook een ode aan de speler. Die haalt de eigen geschiedenis aan als speler en daarmee de onze als kijkers. En laat liefdevol zien hoe theater nog altijd een gezamenlijk onderzoek blijft, spelers en kijkers samen gravend naar de betekenis van ons mens-zijn."
Lees meer >>