uit: Theaterkrant, door Marcelle Schots
20 september 2012
Het geluid van ontploffende granaten en het geratel van machinegeweren klinkt dreigend. In de actie op het strijdtoneel lijkt het onheil onafwendbaar, maar voordat Polyneikes neervalt, hebben de drie spelers opvallend genoeg al een voor een het leven gelaten. Want Polyneikes is, in deze nieuwe bewerking van Sofokles’ Antigone door theatermaakster Ulrike Quade en choreografe Nicole Beutler een pop, die aanvankelijk naar de Japanse Bunraku-traditie door dezelfde drie spelers tot leven wordt gebracht.
Maar poppenspelers Hillary Blake Firestone, Cat Smits en Michele Rizzo zijn ook, ondanks de onzichtbaar makende zwarte kleding en bivakmutsen, heel aanwezig op het toneel. Die wisselende rollen werken vooral sterk wanneer zij Antigone, uitzinnig van woede en wanhoop na de dood van haar broer, proberen in bedwang te houden en letterlijk beknotten in haar vrijheid. Of als zij in een rouwstoet achter Ismene lopen en later troostende woorden tot haar spreken tijdens de condoleance. Ze hebben de touwtjes in handen maar zijn ook de onbekende volgelingen in de menigte.
Behalve de door Ismene gesproken epiloog worden slechts enkele tekstfragmenten, poëtische zinnen of aankondigingen van een volgende scène, in de voorstelling geprojecteerd op een bovendoek. De drie poppen, Polyneikes in camouflagebroek, Antigone en Ismene in chique, tot de grond reikende japonnen en met opgestoken haren, zijn minimensen die hun gevoelens in de bewegingen leggen waardoor de tragiek goed invoelbaar wordt gemaakt. Net als de ongerichte frustratie die zich in driftige en bijna dwangmatige dans laat vertalen in een solo van stampende house door Hillary Blake Firestone.
Quade en Beutler brengen slechts de kale, confronterende feiten uit de tragedie van Sofokles op het toneel, losgezongen van tijd en plaats. De perfectie waarmee beide makers te werk gaan wordt in Antigone zichtbaar in het ingenieuze poppenspel en de uitvoering van de spelers, die de kunst van de Bunraku feilloos laten samensmelten met hun eigen spel.
Een klokkenluider of een kamikazepiloot, wat zou Antigone in deze tijd zijn? Dat vraagt Ismene, haar zus die voor het leven koos, zich aan het einde van de voorstelling af. Met de vele brandhaarden in deze tijd, nog even actueel als immer.