Antigone – de gezamenlijke voorstelling van choreografe Nicole Beutler en theatermaakster Ulrike Quade – is een visuele bewerking van de Griekse tragedie Antigone (Sofokles 442 BC). De makers koppelen de thematiek aan de actualiteit en richten zich op de vraag hoe vrij ons handelen daadwerkelijk is. Polyneikes is gesneuveld. Volgens de wet mag hij, op straffe van de dood, niet begraven worden. Zijn zussen Antigone en Ismene vertegenwoordigen twee uiteenlopende standpunten. Ismene volgt de wet en kiest hiermee voor het leven, Antigone handelt volgens haar idealen, negeert de raad van haar familie en bekoopt haar daadkracht met de dood. Hoe interpreteren wij hun denkbeelden nu, bijna 2500 jaar later? Het is niet eenvoudig positie te nemen voor de één of voor de ander. Wat is goed en wat is kwaad? In een manipulatief spel tussen performers en poppen worden hun innerlijke beweegredenen zichtbaar. De poppen zijn speciaal voor deze voorstelling in Japan gemaakt door Watanabe Kazunori volgens de traditie van het Bunraku theater.
REVIEWS
-
Dit is een poppenspel zoals we dat al zelden zagen
uit: De Standaard, door Liv Laveyne
16 november 2012Haar naam is collectieve geschiedenis: Antigone. De tragische heldin, die haar leven gaf voor het hogere doel door haar dode broer te begraven tegen het koninklijke gezag in. Maar wie herinnert zich nog haar zus, Ismene? Nicole Beutler en Ulrike Quade geven haar eerherstel.
Voor deze tragedie van Sofocles vonden choreografe Nicole Beutler en figurentheatermaakster Ulrike Quade inspiratie bij het Japanse bunraku, traditioneel poppentheater voor volwassenen. De poppen die Watanabe Kazunori voor deze Antigone maakte, zijn even tijdloos als hedendaags. Broer Polyneikes is een strijder in camouflagebroek. Hij voelt het knikken van zijn houten hand, kijkt zijn manipulator aan en werpt zich in de strijd. Hij tuimelt, zweeft, doorklieft de lucht zoals in de beste jongensfantasie.
Drie dansers manipuleren de pop, al weet je in alle heftigheid soms niet wie wie manipuleert –pop of mens. Maar behalve de fictie van de actieheld dringt ook de realiteitvanhet oorlogsgeweld binnen als Polyneikes sneuvelt. Het geluid van bombardementen en mitrailleurgeschut geselen de pop en onze oren. Tot de drie dansers schokkend met de pop neerzijgen. Dit is poppenspel zoals we het zelden eerder zagen. Een stomp in de maag.
Poppenspelers/dansers Hillary Blake Firestone, Michele Rizzo en Cat Smits hanteren de drie poppen meticuleus en doen hen tot leven komen in het kleinste gebaar. Zoals wanneer Ismene (met donkere zonnebril) in de rouwstoet een laatste blik werpt op haar zus Antigone, die zich verhangen heeft. Mens en materie, danser en pop, ze verdubbelen en ontdubbelen. Zoals een pop door een mens gemanipuleerd wordt, zo bepaalt in de tragedie het lot het handelen van de mens.
Deze Antigone behoudt de klassieke opbouw van de tragedie, geritmeerd met tekstfragmenten en koorliederen. In ‘Het lied van de mens' staat Antigone op tegen de autoriteit in ware gabber jump style. Al is ze soms iets te illustratief, deze voorstelling blinkt uit in de mix van disciplines, van oud en nieuw, Oost en West.
De mening van de maaksters komt het duidelijkst naar voren als Ismene – pop en speelster samen rokend – terugblikt op haar leven en dat van haar zus. Waar Antigone de geschiedenis inging als martelares, als zelfmoordactiviste, is zij die voor het leven koos in de vergetelheid geraakt. Alleen jammer dat Beutler en Quade die consequentie niet verder doordrijven. Ook zij kozen als titel Antigone, waar Ismene had kunnen prijken.
-
Poppen maken tragiek invoelbaar
uit: Theaterkrant, door Marcelle Schots
20 september 2012Het geluid van ontploffende granaten en het geratel van machinegeweren klinkt dreigend. In de actie op het strijdtoneel lijkt het onheil onafwendbaar, maar voordat Polyneikes neervalt, hebben de drie spelers opvallend genoeg al een voor een het leven gelaten. Want Polyneikes is, in deze nieuwe bewerking van Sofokles’ Antigone door theatermaakster Ulrike Quade en choreografe Nicole Beutler een pop, die aanvankelijk naar de Japanse Bunraku-traditie door dezelfde drie spelers tot leven wordt gebracht.
Maar poppenspelers Hillary Blake Firestone, Cat Smits en Michele Rizzo zijn ook, ondanks de onzichtbaar makende zwarte kleding en bivakmutsen, heel aanwezig op het toneel. Die wisselende rollen werken vooral sterk wanneer zij Antigone, uitzinnig van woede en wanhoop na de dood van haar broer, proberen in bedwang te houden en letterlijk beknotten in haar vrijheid. Of als zij in een rouwstoet achter Ismene lopen en later troostende woorden tot haar spreken tijdens de condoleance. Ze hebben de touwtjes in handen maar zijn ook de onbekende volgelingen in de menigte.
Behalve de door Ismene gesproken epiloog worden slechts enkele tekstfragmenten, poëtische zinnen of aankondigingen van een volgende scène, in de voorstelling geprojecteerd op een bovendoek. De drie poppen, Polyneikes in camouflagebroek, Antigone en Ismene in chique, tot de grond reikende japonnen en met opgestoken haren, zijn minimensen die hun gevoelens in de bewegingen leggen waardoor de tragiek goed invoelbaar wordt gemaakt. Net als de ongerichte frustratie die zich in driftige en bijna dwangmatige dans laat vertalen in een solo van stampende house door Hillary Blake Firestone.
Quade en Beutler brengen slechts de kale, confronterende feiten uit de tragedie van Sofokles op het toneel, losgezongen van tijd en plaats. De perfectie waarmee beide makers te werk gaan wordt in Antigone zichtbaar in het ingenieuze poppenspel en de uitvoering van de spelers, die de kunst van de Bunraku feilloos laten samensmelten met hun eigen spel.
Een klokkenluider of een kamikazepiloot, wat zou Antigone in deze tijd zijn? Dat vraagt Ismene, haar zus die voor het leven koos, zich aan het einde van de voorstelling af. Met de vele brandhaarden in deze tijd, nog even actueel als immer.
-
Een beetje méér Antigone is welkom in deze wereld
uit: Trouw, door Sander Hiskemuller
18 september 2012Met dans en een vertaling van het Japanse poppenspel bunraku zien Ulrike Quade en Nicole Beutler in Sofokles' 'rebel' Antigone een metafoor voor levensvragen van nu.
Vóór 'Antigone', hun eerste voorstelling samen, hadden Ulrike Quade en Nicole Beutler elkaar nog nooit ontmoet. En dat is eigenlijk best raar, realiseren ze zich nu. Allebei van Duitse origine en ongeveer even lang in Nederland, beiden vrouwen in het theater - behoorlijk succesvol, ook internationaal - én allebei geïnteresseerd in het werken met verschillende disciplines. Maar hun eigen disciplines lagen toch net iets te ver uit elkaar: Ulrike Quade maakt beeldend theater met poppen, Nicole Beutler komt uit de danswereld en maakt dansperformancestukken. Beutler: "We bewogen ons in afzonderlijke theatercircuits, en dan kom je elkaar niet zo snel tegen".
Maar ze hóórden wel veel over elkaar en werden nieuwsgierig. En toen ze elkaars voorstellingen bijwoonden, zagen ze overeenkomsten: gevoel voor detail, een rijkdom aan lagen en verteldimensies. Ze zagen ook verschillen. Beutler: "Ulrike legt inhoudelijke zeggingskracht in elk mogelijk detail, terwijl ik veel abstracter met tijd en ruimte omga. We voelden dat we elkaar zouden kunnen versterken."
Ze spraken een dag af om met elkaar te gaan werken; gewoon simpelweg beginnen met wat research te doen. Hoe zou hun gezamenlijke theatertaal eruit kunnen zien? Maar toen werden de ingrijpende bezuinigingen op cultuur bekendgemaakt, en precies op hun afgesproken researchdagje werd er door het Amsterdamse productiehuis Frascati een bijeenkomst voor theatermakers belegd: hoe te reageren op de mare uit Den Haag? Quade: "We zijn daar naartoe gegaan en hebben daar met allerlei mensen gepraat over hoe we als theatermaker kunnen inspelen op het feit dat kunst politiek zo leek te worden afgeserveerd. De Mars der beschaving is daaruit voortgekomen, en het heeft ook de richting voor onze verdere samenwerking bepaald."
Want wat te doen als er iets gebeurt wat in jouw ogen onrechtvaardig is? Moet je je als individu conformeren, of juist vrijbreken? Vragen die Beutler en Quade flink wat hoofdbrekens bezorgden. Beutler: "We vroegen ons vooral af of we als theatermakers zoiets 'politieks' wel konden integreren in onze voorstelling".
Het antwoord liet zich lezen in Sofokles' protagoniste 'Antigone', de klassieke heldin, die volgens Beutler en Quade staat voor hedendaagse dilemma's. De intuïtieve vrijdenker Antigone, dochter van Oedipus, wil in weerwil van koning Creon haar broer Polyneikes begraven, die als landverrader wordt gezien. Haar zuster Ismene roept Antigone tevergeefs op verstandig te zijn en naar de koning te luisteren.
Quade: "Antigone vecht voor haar idealen, ook al botsen die met de begrenzing die de maatschappij oplegt. Wij leven nu in een wereld waarin we alles al hebben. Mensen weten niet meer zo goed waar ze zich voor in moet zetten, dus we dachten: een beetje méér Antigone in de wereld zou welkom zijn."
Fascinerend hoe alles reeds aanwezig was bij Sofokles, menen Quade en Beutler. "De mens worstelt nog steeds met dezelfde vragen: volg je je eigen morele kompas of conformeer je je aan wat er van je wordt verwacht. Het putten uit de Klassieken ligt eigenlijk zo voor de hand." Al het nieuwe wordt gecreëerd uit wat er al is, vindt Beutler, die succes oogstte met haar hedendaagse herinterpretaties van ballet- en moderne dansklassiekers. "Wij reflecteren op onszelf door te kijken naar wat er al is."
Referenties naar de geschiedenis vonden ze ook in bunraku, een traditionele Japanse vorm van poppenspel die Quade in Osaka bestudeerde. Hierbij wordt elke pop voortbewogen door drie poppenspelers die in het zwart zijn gekleed en deels zichtbaar, deels onzichtbaar zijn voor het publiek. Een vorm die veel ruimte biedt voor choreografie, meent Beutler. "De poppen hebben een klein hoofd en kleine handen, de rest is van stof. Als je daarmee beweegt wordt als vanzelf dans gesuggereerd."
De poppen, drie stuks, vertegenwoordigen de hoofdpersonages uit Sofokles' tragedie: de rebel Antigone, haar gematigde zus Ismene en hun broer Polyneikes, om wie Antigone's strijd is begonnen. De poppen, gemaakt in Japan door een traditionele bunrakupoppenmaker, zijn hedendaags vertaald - zo draagt pop Polyneikes, instigator voor Antigone's strijd, een legerbroek. De poppen worden voortbewogen door twee dansers en een actrice, langs een 'catwalk', geïnspireerd op het klassieke nohtheater, en niet vanachter een laag muurtje, zoals in de Japanse traditie gebruikelijk is. Quade: "We hebben dat muurtje als het ware omgeklapt. Daardoor maken we juist zichtbaar wat in de Japanse traditie wordt verdekt en doorbreken daarmee de illusie. Beutler: "We hebben bunraku van a tot z choreografisch benaderd. Je ziet de poppen bewegen, maar ook dat ze leunen op hun bespelers. Dat wordt in de voorstelling uitgewerkt door het bewegingsmateriaal van de dansers om te zetten in die van de poppen, en andersom."
Met het doorbreken van de illusie van de tot leven gewekte pop komen we als vanzelf weer uit bij het thema: hoe vrij zijn we nou eigenlijk helemaal? Beutler: "Antigone blijft dan wel pal staan voor haar idealen, ze vindt daardoor ook de dood". Quade: "Pop, mens - waarschijnlijk zijn we veel minder vrij dan we eigenlijk zouden willen".
Cast & Credits
Een project van: Nicole Beutler, Ulrike Quade
Gemaakt in samenwerking met de performers: Hillary Blake Firestone, Cat Smits, Michele Rizzo
Tweede cast: Silke Hundertmark, Judith Hazeleger, Pere Faura
Vormgeving poppen: Watanabe Kazunori
Kostuums: Jessica Helbach
Dramaturgie: Georg Weinand
Onderzoek en assistentie: Justa Ter Haar
Lichtontwerp: Minna Tiikkainen
Muziekcompositie: Gary Shepherd
Techniek: Martin Kaffarnik
Coproductie: Nicole Beutler Projects, Ulrike Quade Company
Gemaakt met steun van: Grand Theater Groningen, Frascati Amsterdam
Met dank aan: Felix Ritter